Voor ieder motorvoertuig dat in België is ingeschreven, wordt een inschrijvings- of kentekenbewijs afgeleverd.
Het document heeft een grijs en gele kleur en bestaat uit 2 delen:
- Deel I moet altijd in het voertuig blijven.
- Deel II moet je thuis bewaren.
Daar het een wettelijke verplichting is hierover te beschikken, dien je bij diefstal of verlies aangifte te doen bij de lokale politie.
Daar heel wat fraude met dit soort documenten wordt gepleegd, dienen een aantal spelregels te worden gevolgd bij de aangifte;
- Zo wordt het attest principieel - er zijn enkele uitzonderingen - enkel afgeleverd aan de houder van het inschrijvingsbewijs. Wanneer de houder van een nummerplaat een rechtspersoon (firma) is, dient de aangifte te gebeuren door de wettelijke vertegenwoordiger van de rechtspersoon.
- Je dient je tevens met het betrokken voertuig aan te bieden op het politiekantoor.
Wanneer niet aan beide voorwaarden tezamen voldaan is, zal géén attest worden uitgereikt.
Je brengt als houder van het inschrijvingsbewijs bovendien een geldig identiteitsdocument mee.
Na de aangifte levert de politie vervolgens een zogenaamd “attest van ongewilde buitenbezitstelling van een inschrijvingsbewijs” af. Dit attest is 1 maand geldig en dient om een nieuw inschrijvingsbewijs te kunnen aanvragen bij de Dienst Wegverkeer.
Strikt wettelijk genomen mag je met het voertuig niet meer aan het verkeer deelnemen tot je in het bezit bent van een nieuw inschrijvingsbewijs.